Elektrisch rijden wel of niet

 

DUURZAAM BRANDEND DE TOEKOMST IN

Je rijdt hem stilletjes de oprit op – jouw heilige stroomkoe, rijdende hoop in een wereld vol uitstootzondaars. Braaf. Opgeladen geweten, stekker erin, morele superioriteit op standje zen. Maar dan: knetter, knal, kablam! Je hoort geen meditatiegong, maar de bevalling van een vurige vuurduivel op wielen. Buren dachten dat je een wokrestaurant was begonnen in je carport. 


Je staat ernaast in je ochtendjas, met een verlengsnoer in je hand en een blik alsof je net getuige bent van spontane voertuigzelfverbranding. En ergens klopt dat ook: jouw hypermoderne rijdende toekomstvisioen heeft besloten zichzelf tot vuuroffer te maken. De brandweer komt. Niet met een slang, maar met een gigantisch waterbed op wielen. Want dit soort vierwielige vuurgekken kun je niet blussen – je moet ze onderdompelen. Meedogenloos kopje onder, dagenlang. Alsof je de reincarnatie van een hysterische waternimf temt.


En intussen? De officiële verklaring: “Er is geen reden tot paniek.” Nee joh. Gewoon een klein tijdelijk verbod op opladen in parkeergarages. Niet omdat er iets misging, natuurlijk niet. Alleen omdat de vorige vijf stekkerwagens zichzelf spontaan veranderden in rollende vuurfontijnen tijdens het opladen. Geen stress, geen details, geen uitleg – gewoon een warme groet van je batterijpakket met existentiële twijfels.


Ik sprak een man wiens auto zichzelf in de hens zette tijdens het opladen bij een boerderijwinkel. De geiten zijn nog steeds in therapie. “Het leek alsof de toekomst ineens ontplofte,” zei hij, terwijl hij een bietenburger at met een blik van eeuwige verwarring. De gemeente heeft nu stickers: “Opladen op eigen risico. Wij zijn niet verantwoordelijk voor flamboyante voertuigen.” En daaronder, met kleinere letters: “Bij voorkeur parkeren op natte klei of in de buurt van een vijver.” De ironie? We wilden minder CO2. Minder uitstoot. En nu krijg je auto’s die zichzelf vrijwillig cremeren vóór de rit überhaupt begonnen is.


Duurzame toekomst, zeg je? Een toekomst waarin je een oplaadplek zoekt met dezelfde zorg als een mijnenveld. Een toekomst waarin je je auto begroet met: “Goeiemorgen, vandaag niet ontbranden graag.” Een toekomst waarin je een rit plant op basis van brandwerende zones. Want zeg nou zelf: wat hebben we in hemelsnaam gebouwd? Een toekomst waarin je ’s nachts wakker schrikt van een piepje en denkt: Is dat m’n wekker… of is m’n auto weer aan het karamelliseren? Waarin laadpalen meer spanning veroorzaken dan je huwelijk. Waarin elke parkeerplaats voelt als Russische roulette met een verlengkabel.


Dit is geen groene mobiliteit! Wat we hier meemaken, is moderne zelfverbranding die niet eens meer geblust wíl worden. We rijden collectief met de stroomkabel om onze nek de duurzame afgrond in. Ze noemen het dé oplossing, maar het is gewoon technische tovertaal bij gebrek aan gezond verstand. We leven in een tijd met meer batterijen dan hersenen. Laadkabels lijken heilige slingers – verlicht, maar alleen omdat ze spontaan euthanasie plegen zonder reden. En als je stekkerauto morgen ontploft, troost jezelf dan met de gedachte: het was tenminste circulair.

Populaire posts van deze blog

Levensverhaal Freek

JEZELF TEGENKOMEN IN DE OGEN VAN DE ANDER

HOE GEDRAAG JIJ JE IN DE ZANDBAK…