DE REIZIGER KOMT THUIS…


De reiziger reist van nergens naar ergens

Over zwerven, verhalen, en de kunst van iemand ontvangen

Hij verschijnt zonder aankondiging. Niet per se op een logisch moment, vaak juist wanneer je het minst op bezoek rekent. De reiziger. Je herkent hem niet altijd meteen. Soms draagt hij een versleten jas van melancholie, soms een blik vol vragen, soms niets meer dan een stille vermoeidheid. Hij komt van nergens. En hij is onderweg naar ergens. Zoals we allemaal, ergens, ooit.

Als je hem tegenkomt — op straat, in je leven, in jezelf — geef hem dan een stoel. Brood. Droge kleren. Niet omdat hij erom vraagt, maar omdat het je uitnodigt om mens te zijn. Om te onthouden dat ieder van ons, onder lagen van status en zekerheid, een reiziger is die onderweg is van betekenis naar bestemming. Geef hem een plek, zonder haast, zonder oordeel. En zeg: “Welkom, ik had je misschien niet verwacht, maar ik herken je.” Want de reiziger draagt meer bij zich dan wat hij lijkt te bezitten.

Verhalen in een rugzak zonder bezit
Hij heeft veel gezien. Veel verloren ook. Hij heeft afscheid genomen van mensen, van overtuigingen, van plekken waar hij dacht te blijven. Zijn reis is niet begonnen op een kaart, maar in een verlangen. Of in een vluchtreactie. Of in het simpele feit dat hij niet kon blijven waar hij was. Hij is gevallen, vaker dan hij had gehoopt. Maar telkens ook weer opgestaan, met knieën die nog trilden, maar een wil die bleef bewegen.

De reiziger bewaart weinig, want onderweg moet je licht reizen. Maar wat hij wél draagt, zijn verhalen. Levensverhalen die hij verzamelde langs de randen van verlies, aan het vuur van nieuwe ontmoetingen, op de bodem van zijn twijfel, en in de stilte van onvermoede vreugde.

Hij kan vertellen. Over hoe het voelt om nergens bij te horen. Om opnieuw te beginnen, zonder dat je weet waar het eindigt. Over het verschil tussen overleven en léven. En hoe hij, ondanks alles, nooit helemaal is opgehouden met hopen.

Iedereen wacht op een vorm van thuiskomen
Als de reiziger langskomt in je leven — misschien als een vriend die het moeilijk heeft, als een onbekende op je pad, of als een deel van jezelf dat je liever niet aan tafel zet — geef hem dan het woord. Laat hem spreken. Niet omdat hij klaagt, maar omdat hij weet wat het is om te blijven bewegen terwijl alles in jou verlangt naar rust.

Hij heeft niets meegebracht. Geen cadeaus, geen zekerheden, geen verklaringen. En toch: hij weet dat jij op hem wacht. Misschien niet bewust, maar ergens in jou weet je dat de verhalen die hij brengt iets aanraken wat je zelf ook kent. De reis van nergens naar ergens. De tocht langs binnenwegen van verlies, liefde, hoop en mislukking. De honger naar zingeving. Naar een plek waar je zeggen kunt: hier ben ik thuis, ook al weet ik niet hoelang.

Laat kinderen en mensen komen – want de reiziger is thuis
Wanneer je de reiziger ontvangt, maak er dan iets van. Zet de ramen open. Zet koffie of thee. Laat anderen weten: de reiziger is in mijn huis. Want wie een reiziger ontvangt, ontvangt het leven zelf — in al zijn broosheid, zijn schoonheid, zijn onvoorspelbaarheid.

Laat hem vertellen. Laat kinderen luisteren. Laat anderen komen. Niet om te helpen, maar om geraakt te worden. Want als de reiziger spreekt, ontstaat er iets wat dieper reikt dan informatie: er ontstaat herkenning. En waar herkenning is, ontstaat verbinding. En waar verbinding is, begint thuiskomen.

Geef hem jouw stoel. Je aandacht. Je stilte. Misschien ook je vragen. Want op het moment dat jij ruimte maakt voor iemand die nergens thuis is, gebeurt er iets wonderlijks: dan is de reiziger niet langer op weg — dan is hij aangekomen. Niet op een eindbestemming. Maar in een hart. In jouw huis. In een moment waar tijd even geen rol meer speelt.

Want uiteindelijk, zijn we allemaal reizigers. Van nergens naar ergens. En soms ben jij de reiziger. En soms ben jij het huis.

Populaire posts van deze blog

Levensverhaal Freek

JEZELF TEGENKOMEN IN DE OGEN VAN DE ANDER

HOE GEDRAAG JIJ JE IN DE ZANDBAK…