OVERTUIGINGEN ZIJN DE KABOUTERS IN JE LEVEN…

De kabouters in je hoofd

Over innerlijke overtuigingen, trouwe helpers en de kunst van vriendelijk afscheid nemen

We slepen ze al jaren met ons mee: overtuigingen. Zinnen die zich in ons hoofd hebben genesteld als waarheid, maar die ooit begonnen zijn als fluisteringen. Ze zijn ons vertrouwd geworden. Handvatten in chaos. Leidraden in verwarring. Soms zelfs overlevingsmechanismen. En ook al willen we in periodes van bezinning iets anders gaan geloven — overtuigingen verdwijnen niet zomaar als je besluit dat ze niet meer passen. Integendeel: ze gaan luider spreken, opdringeriger zelfs. Alsof ze zeggen: Wat denk jij wel, om zonder ons verder te willen?

Want hoe meer je ze probeert weg te duwen, hoe dieper ze zich ingraven. Een overtuiging is als een oude grammofoonplaat die blijft hangen in een diepe groef. Hoe vaker je het lied herhaalt, hoe moeilijker het wordt om er nog iets anders in te horen.

Over kabouters en koptelefoons
Stel je eens voor dat je overtuigingen geen abstracte zinnetjes zijn, maar kabouters. Jawel, kabouters. Kleine wezentjes die je al jaren in dienst hebt, om je op gezette tijden in te fluisteren hoe je moet denken, voelen en handelen. Sommigen hebben een lange baard — die zijn al generaties in dienst. Anderen dragen een felgekleurde puntmuts, klaar om met enthousiasme en overtuiging hun missie voort te zetten: jou beschermen tegen onzekerheid, falen of afwijzing.

Ze zijn fanatiek. Toegewijd. En vooral goed in herhaling. “Pas maar op, mensen zijn niet te vertrouwen.” “Doe maar normaal, dan val je niet op.” “Je mag je niet aanstellen.” “Je moet sterk blijven.” Het zijn zinnetjes die als een soort innerlijke koptelefoon steeds opnieuw worden afgespeeld. En nee, ze geven die plek in jouw hoofd niet zomaar op.

Want zeg nu zelf: ben jij niet mede geworden wie je bent dankzij die kabouters? Hebben ze je niet behoed voor risico’s, pijn, gezichtsverlies? Ze verdienen erkenning. En dat is misschien wel het meest bevrijdende inzicht: overtuigingen zijn niet je vijand, maar je loyale helpers die zijn blijven hangen in een functie waarvoor jij intussen bent doorgegroeid.

Onderdruk een kabouter, en hij springt terug met een megafoon
De fout die we vaak maken in persoonlijke groei, is dat we denken dat we van oude overtuigingen ‘af moeten’. Dat ze weg moeten, vernietigd, vervangen. Maar een overtuiging is geen onkruid. Het is een levend stukje van jouw verhaal. En net als een skippybal die je onder water probeert te houden, komt die overtuiging uiteindelijk terug. Vaak met kracht. En op het minst handige moment — net wanneer je je adem probeert te herpakken.

Daarom: eer je kabouters. Bedank ze. Niet als truc, maar als ritueel van afscheid en respect. Zeg: “Dankjewel dat je me zo lang hebt geholpen. Je hebt me richting gegeven, structuur, veiligheid. Maar ik ben toe aan een ander verhaal. Een andere stem.”

Kabouters met pensioen sturen — met paddenstoel, bloemen en thee
Gun je kabouters een mooi pensioen. Bouw in je verbeelding een paddenstoelhuisje voor ze, ergens aan de rand van een rustig bos in jezelf. Een plek waar ze mogen zijn, zonder dat ze nog op de eerste rij zitten. Zet er een theekopje neer. Een tafeltje. Een krukje waar je af en toe nog even bij gaat zitten. Want sommige overtuigingen verdienen het om af en toe nog gehoord te worden — niet om hun gelijk, maar om hun verleden.

En van daaruit kun je beginnen met iets nieuws. Je kunt, met zachte stem, tegen de kabouter zeggen: “Ik weet dat jij altijd riep dat mensen niet te vertrouwen zijn. Maar ik wil nu zelf gaan ontdekken hoe het is om te leven met het idee dat sommigen dat wél zijn.” Niet als een oorlog. Niet als een overwinning. Maar als een uitnodiging tot een nieuw hoofdstuk.

Verandering werkt niet door je innerlijke stemmen de mond te snoeren. Ze werkt door ze vriendelijk uit te nodigen hun plaats te herzien.

Want de waarheid is: kabouters bestaan in ons allemaal
Iedereen leeft met innerlijke figuren die iets representeren: stemmen uit onze jeugd, echo’s van opvoeding, afdrukken van pijnlijke ervaringen. Hoe spiritueel, nuchter of wetenschappelijk je ook bent, je hebt kabouters. De vraag is niet of ze bestaan, maar of je nog luistert als ze praten, of alleen als ze schreeuwen.

Dus, als je op een dag weer een zin hoort opkomen waarvan je weet: dit ben ik niet meer, leg dan een denkbeeldig bloemetje op de tafel van die kabouter. Zeg: “Bedankt, vriend. Maar ik neem het vanaf hier even over.”

Want groeien is niet jezelf herschrijven. Het is jezelf herscheppen — met liefde voor alles wat je onderweg geholpen heeft om hier te raken.

Populaire posts van deze blog

Levensverhaal Freek

JEZELF TEGENKOMEN IN DE OGEN VAN DE ANDER

HOE GEDRAAG JIJ JE IN DE ZANDBAK…