Ben jij een lummelaar

Of waarom je beter wat vaker tijd verspilt — bewust en zonder schuldgevoel

Geen minuut verspild… maar aan wat?

Is elk uurtje van jouw dag strak ingekapseld in een planning? Eerst werken, dan sporten, snel koken of scrollen, en ‘s avonds nog een geplande Netflix-avond waar je uitgeput in slaap valt bij aflevering drie? En dan is er nog het weekend: dat moet natuurlijk maximaal benut worden, want “je leeft maar één keer”, toch?

Welkom in de westerse prestatiemolen, waar het woord lummelen klinkt als een vloekwoord. En toch… is lummelen net wat we massaal zijn kwijtgeraakt. Het onschuldige luieren, het doelloos mijmeren, het nietsdoen dat ooit vanzelfsprekend was — we zijn het verleerd. En erger nog: we zijn het gaan wantrouwen.

Lummelen? Daar krijgen we stress van!

We zijn zo gewend om door te hollen dat er onrust uitbreekt zodra we even stilvallen. Letterlijk. Mensen die een paar minuten niks doen beginnen vaak onmiddellijk op hun gsm te tokkelen, zogezegd ‘even iets checken’. Maar wat er eigenlijk gebeurt, is dit: we zijn bang voor de leegte. Voor het niet-weten. Voor het niet-doen.

We zitten in een permanente informatiestroom, waardoor ons hoofd nooit echt landt. De ironie? Door zo weinig te niksen, verliezen we precies datgene wat ons mens maakt: onze verbeelding, onze reflectie, ons innerlijk kompas. En het resultaat? We worden productiever dan ooit… en ongelukkiger dan ooit.

De angst om iets te missen is groter dan de angst om onszelf te missen

Onderzoek toont aan dat onze creativiteit sinds de jaren ‘90 gestaag is afgenomen. Jongeren kunnen minder diep fantaseren, minder lang mijmeren, minder vrij associëren. En ja hoor: dat valt samen met de opkomst van internet, smartphones en het altijd-aan-staan. We scrollen tot in de diepste poriën van ons brein, bang om iets te missen — maar ondertussen missen we vooral onszelf.

We willen overal bij zijn, niets missen, alles weten. Maar wanneer was de laatste keer dat je écht bij jezelf was?

Lummelen is zelfliefde in pyjama

Wat je zou kunnen doen, zeg je? Zet je telefoon stil. Echt stil. Ga wandelen in het park of het bos, zonder doel, zonder app, zonder stappenplan. Ga zitten op een bankje, kijk naar de lucht, ruik de seizoenen, hoor de honden blaffen en voel je eigen ademhaling.

Dat is lummelen: aanwezig zijn zonder prestatie. Gewoon leven zonder doel. En laat dat nu net het moment zijn waarop de diepste vragen zachtjes komen opborrelen. Wie ben jij, los van je to-dolijst? Wat drijft je, als er niemand toekijkt? Hoe zou je willen leven, als tijd geen valuta was?

Zonder lummeltijd geen identiteit

Gek genoeg is onze identiteit — dat gevoel van “dit ben ik, dit wil ik, dit klopt voor mij” — niet iets wat je vindt door druk te zijn. Je ontdekt jezelf juist in de ruimte tussen de afspraken, in het niets, in het wachten, in het niksen.

Wie nooit lummelt, verliest de weg naar binnen. Wie nooit vertraagt, leert zichzelf niet echt kennen. Je kunt perfect functioneren als mens, ouder, werknemer of partner — en tegelijk compleet vervreemden van jezelf. Omdat je nergens stilvalt. Nergens landt. Nergens leeg durft zijn.

Zelfs Einstein lummelde

Als het aan mij ligt, zouden we massaal wat meer tijd verspillen. Ja, écht verspillen. Niet optimaliseren, niet benutten, niet invullen. Gewoon vergooien, als daad van innerlijke hygiëne. Want weet je wie er ook regelmatig aan het lummelen sloeg? Albert Einstein. Carl Jung. Gertrude Stein. En ondanks — of misschien net dankzij — die onbewaakte tijd, hebben ze briljante dingen bedacht. Niet tijdens het werken, maar tussen het werken door.

Creativiteit groeit niet op commando. Die kruipt naar boven in de luwte, in de stilte, in de schijnbare leegte.

Tijd om je leven weer wat op losse schroeven te zetten

Dus stel jezelf de vraag: ben jij nog in staat om te lummelen? Of krijg je stress van het idee alleen al? Denk je dat je lui bent als je niks doet, of ben je dapper genoeg om gewoon te zijn? Want lummelen is geen luxe. Het is een noodzakelijke tegenkracht. Een stille bron van herstel. Een kleine revolutie in een wereld die draait op ‘meer’.

En als je voelt dat jij het lummelen verleerd bent, maar je mist iets — iets zachts, iets echts, iets dat weer klopt met wie je diep vanbinnen bent — dan zit daar misschien wel je begin. Je startpunt. Je menselijkheid.

Laten we weer lummelen. Niet om iets te bereiken, maar om weer thuis te komen in onszelf. Want het leven is geen taak die je moet afvinken — het is een plek waar je soms gewoon mag neerploffen.

Populaire posts van deze blog

Levensverhaal Freek

JEZELF TEGENKOMEN IN DE OGEN VAN DE ANDER

HOE GEDRAAG JIJ JE IN DE ZANDBAK…