Overleven in een wereld vol serieuze onzin

Of hoe je hoofd breekt onder het gewicht van avocado’s, sokken en algoritmes – maar je lach het laatste woord heeft.


Je wordt wakker, strompelt richting spiegel en wat daar terugkijkt, lijkt verdacht veel op een vermoeide bijrol uit een Scandinavische misdaadreeks: grauw, verfrommeld, licht tragisch en allesbehalve opgelost. Je haar heeft meer weg van een verlaten vogelnest dan van een kapsel dat ooit liefde gekend heeft, je huid voelt als hergebruikt bakpapier dat net iets te vaak in de oven is beland, en je ogen, die smeken je zachtjes om het leven vandaag gewoon even uit te stellen — maar jij, volhardend als altijd, grijpt naar je telefoon alsof dat ding jou een hogere levensvorm belooft, of op z’n minst een reden om te doen alsof je dag iets voorstelt.


Het nieuws dendert binnen als een op hol geslagen buffet: politieke chaos, inflatie, klimaatpaniek, en daar tussendoor Jeroen. Jeroen die altijd vakantie lijkt te hebben. Deze week zwemt hij met flamingo’s op de Malediven, een cocktail in de hand, een glimlach alsof z’n tandarts aandelen in hem heeft. En jij? Jij zit in je joggingbroek, met een afgekoelde koffie in je ene hand en je energiefactuur in de andere. Je rekent snel: als je je Netflix en je deodorant tegelijk opzegt, kun je misschien nog net je hond te eten geven.


De liefde als logistiek conflictgebied

Relaties — je weet wel, die moderne samenlevingsvorm waarbij twee mensen onder hetzelfde dak proberen te functioneren zonder elkaar of zichzelf kwijt te raken. Neem de sokken. Jij mikt ze in de wasmand. Je partner mikt ze ernaast. Niet bijna erin, nee, structureel net niet. Alsof de vloer rondom die mand een soort sokkenmagnetisch veld heeft. En als je er iets van zegt, krijg je: “Ik had haast.” Aha. Dus in die halve seconde tussen sok en mand zat een vorm van tijdnood waar NASA iets van kan leren?


En dan de vaatwasser. Dat ding dat ooit werd verkocht als tijdsbesparend wonder, maar ondertussen de setting is van een dagelijks terugkerend front. “Bestek naar beneden.” “Nee, naar boven!” “Je zet de glazen weer op de verkeerde plek.” En daar sta je dan. Tegenover elkaar als twee vijandige natte-theedoek-naties. Geen vredesakkoord, wél een stijgende stapel afwas die alle moraal ondermijnt.


Scrollen is het nieuwe roken

Herinner je je nog de tijd dat televisie bestond uit drie zenders en je ruziede over wie naar Thuis mocht kijken? Tegenwoordig zijn het geen zenders meer, maar wormgaten. Netflix vraagt na drie afleveringen: “Kijk je nog?” Nee Netflix, ik adem niet eens meer. En TikTok? Dat is een psychotische rommelmarkt van dansende tieners, huilende mensen in auto’s en volwassenen die lippen op elkaar plakken met secondelijm voor ‘engagement’. Je weet dat het slecht is. Maar je blijft kijken. Nog eentje. Oké, nog 36. Tot je hersenen zo zacht zijn als een overgare bloemkool en je je eigen naam nog nét herkent.


Instagram is ook een goeie. Iedereen is daar “gezegend” en “in hun kracht” terwijl jij net een pak cornflakes op de grond hebt laten vallen en nu huilend een natte vaatdoek uitwringt. Je vergelijkt je eigen ongefilterde leven met een eindeloos gereviseerde highlightreel van anderen, en dan verbaast het je dat je humeur op een uitgelopen sok lijkt?


De lach als revolutionair verweer

Maar wacht. Er is hoop. En die hoop heet: de lach. Niet de beleefde grinnik op kantoor. Niet de emoji onder een LinkedIn-post over ‘veerkracht’. Nee. De echte lach. De gierende, snurkende, snikkende, “ik stik bijna”-lach. De lach die je hersenen reset, je gezicht ontspant en je hele miserie in een ander daglicht zet. Je struikelt in de supermarkt. Iemand vraagt: “Alles goed?” En je zegt: “Prima hoor, ik train voor de halve finale struikelkunst.” Je partner zegt per ongeluk ‘ketchup’ als hij ‘seks’ bedoelt en jij ligt een kwartier dubbel. Dát is therapie.


Want weet je: lachen is geen ontsnapping aan de realiteit, het is een botsing ermee, maar dan met zachtere randen. Het is je manier om te zeggen: “Ja, ik zie het ook allemaal, maar ik laat me er niet door opvreten.” Lachen is rebellie zonder geweld. Zelfzorg zonder kleiworkshops.


Lach je los – of je bent het haasje

Hoe je begint? Niet door harder te lopen of ernstiger te kijken, maar gewoon door te weigeren om álles serieus te nemen — ook jezelf. Want het leven duwt je graag in een strak maatpak van plicht en planning, van efficiëntie en bezorgdheid, alsof je pas meetelt als je uitgeblust op de bank valt met het gevoel dat je weer nét niet genoeg was. Maar daar tussenin, tussen het zuchten en het scrollen, huist nog altijd de lach — die rare, heerlijke, ongepaste, bevrijdende lach die z’n schoenen uitschopt, z’n tong uitsteekt en zonder vooraankondiging op tafel klimt om daar ongegeneerd de samba van de relativering te dansen.


Dus als je straks weer struikelt over een verdwaalde sok, je koffie morst over dat ene officiële document, of naar jezelf kijkt en denkt: “Wat ben ik eigenlijk aan het doen?”, dan is dat niet het teken dat je hebt gefaald, maar een uitnodiging om het hele circus een knipoog te geven. Niet om te verdringen, maar om te doorprikken. Niet om te huilen, maar om te gieren, te grinniken, te gromlachen van binnenuit. Want wie lacht, ontkent de zwaarte niet — die tilt ze even op, speelt ermee, gooit ze tegen het plafond en laat haar dansen tot ze licht genoeg wordt om weer verder te kunnen.


Lachen is geen vlucht. Het is een omweg naar vrijheid. En wie dat snapt, hoeft het leven niet meer te bevechten. Die danst er middenin met sok op z’n hoofd, koffievlek op z’n trui, en een glimlach die weigert serieus te zijn in een wereld die dat veel te vaak wél doet.

Populaire posts van deze blog

Levensverhaal Freek

JEZELF TEGENKOMEN IN DE OGEN VAN DE ANDER

HOE GEDRAAG JIJ JE IN DE ZANDBAK…