Posts

Posts uit april, 2025 tonen

Gelukspodium

Afbeelding
  Het gelukspodium is aan jou Of waarom geluk niet te koop is, maar wel te voeden Hoe gelukkig ben jij écht? Niet het soort geluk dat je afmeet aan je vakantiefoto’s of het aantal likes onder je profielfoto. Maar echt. Vanbinnen. In je lijf. In je hart. In je stilte. Als ik je nu, zonder omwegen, zou vragen om jezelf een cijfer te geven op de geluksschaal van nul tot tien — welk cijfer geef je dan? En geloof je het zelf? Of voel je ergens dat er méér in je zit dan wat je tot nu toe van jezelf hebt laten zien? Dat je méér te leven hebt dan je momenteel toelaat? Veel mensen antwoorden iets als: “Ach, ik mag niet klagen.” En dat is precies wat ze wél doen — zichzelf het zwijgen opleggen. Want ergens daarachter, onder die beleefde glimlach, knaagt een gevoel van gemis. Niet omdat er iets fundamenteel mis is, maar omdat er iets fundamenteel níét leeft. De ladder, de hamster en het verlangen naar méér Misschien sta je wel op een ladder van geluk, waarin je elke dag een paar treden stijgt...

Elektrisch rijden wel of niet

Afbeelding
  DUURZAAM BRANDEND DE TOEKOMST IN Je rijdt hem stilletjes de oprit op – jouw heilige stroomkoe, rijdende hoop in een wereld vol uitstootzondaars. Braaf. Opgeladen geweten, stekker erin, morele superioriteit op standje zen. Maar dan: knetter, knal, kablam! Je hoort geen meditatiegong, maar de bevalling van een vurige vuurduivel op wielen. Buren dachten dat je een wokrestaurant was begonnen in je carport.  Je staat ernaast in je ochtendjas, met een verlengsnoer in je hand en een blik alsof je net getuige bent van spontane voertuigzelfverbranding. En ergens klopt dat ook: jouw hypermoderne rijdende toekomstvisioen heeft besloten zichzelf tot vuuroffer te maken. De brandweer komt. Niet met een slang, maar met een gigantisch waterbed op wielen. Want dit soort vierwielige vuurgekken kun je niet blussen – je moet ze onderdompelen. Meedogenloos kopje onder, dagenlang. Alsof je de reincarnatie van een hysterische waternimf temt. En intussen? De officiële verklaring: “Er is geen reden ...
Afbeelding
  Verhaal uit de oude doos en de Punica Oase Of hoe een cappuccinosnor mijn schrijversdroom deed archiveren. Een schrijverschap in couveuze Ik moet ergens begin twintig zijn geweest. Zo'n leeftijd waarop je nog gelooft dat talent vanzelf z'n plek vindt, zolang je het maar hard genoeg van de daken roept. Mijn daken waren schrijfsels — halve romans, gedichten die wilden rijpen, zinnen die iets zochten wat ik zelf nog niet kon benoemen. En blijkbaar had ik iemand overtuigd. Want er kwam een telefoontje van een uitgeverij met het bericht dat ze een ‘schrijver in spe’ zochten, en dat mijn pen mogelijk de zijne was. Ik stelde me een wereld voor vol literaire warmte, waarin woorden gekoesterd werden als jonge vogeltjes. De werkelijkheid was net iets minder poëtisch. Mijn zogezegde schrijftalent eerder een literaire vroeggeboorte  werd al snel in een incubator gelegd met de belofte dat, als ik het goed deed, er misschien ooit iets van zou komen. In de praktijk betekende dat: archiefwe...